Via de Zopetscharte naar de Eisseehütte
Dinsdag 26 augustus, 47.03593N - 12.20061E

Bekijk de reisroute Vannacht hadden we met z'n tienen op de kamer geslapen. Om een uur of zes werden we weer wakker. Het raam stond open, wederom zonder gordijnen. De dag begon met goed nieuws: de zon scheen lekker fel en de lucht was stralend blauw. Gelukkig zag het er toch beter uit dan we vooraf hadden meegekregen. Het zou vandaag eigenlijk niet al te best weer worden.

Het beloofde vandaag een redelijk pittige tocht te worden; de zwaarste dag van de geplande route. In de schaduw van de berg gingen we hier en daar stijl de berg op in de richting van de Zopetscharte. Het terrein van die dag was: ver, stijl, smal, warm en hoog. Een leuke uitdaging. Er was niet altijd een behoorlijk pad, en het stuifzand als resultaat van enkele maanden droogte is niet prettig voor de contactlenzen. Het berglandschap veranderde behoorlijk: eerst groen, daarna bijna kaal en wit aan de top.


De Johannishütte ligt nog in de ochtendschaduw

Blik op de Großvenediger (3674m)

Hoe hoger we komen, hoe dieper de put achter ons

Boven op de Zopetscharte (47.03752N - 12.20825E) stond ons een kleine verrassing te wachten. De telefoon deed het weer en dus heel even bellen met thuis dat we nog leven en op 2958 meter zitten. Bij de eerste de beste windvlaag werd de verbinding echter spontaan weer verbroken. De Scharte was niet zo'n picknickplaats als gisteren, maar eerder een richel van een paar meter breed. Nog steeds geen idee wat het verschil tussen een Joch en een Scharte is, wie het weet mag het mailen. In ieder geval was het nog kouder dan gisteren, met een nog sterkere wind. Snel afzakken dus maar weer.


De paden zijn goed aangegeven

Boven is het klauteren over Felzen

Zijn we er nou onderdehand?!?

De eerste tweehonderd meter ging het stijl naar beneden, langs richels en kabels, los zand met stenen. Het pad was decimeters breed, met een gemiddeld dalingspercentage van een procent of tachtig. We hebben echter wel eens gekker meegemaakt (32b!). Langzaam maar zeker daalden we af over de richels en langs de vernieuwde kabels, lekker op ons gemak het Timmeltal in in de richting van de Kleinnitzalm, alwaar de Eisseehütte op 2521 meter ligt. We zagen onderweg weer een paar Mörmeltieren. Van verre konden we de hut al zien liggen en ook de Eissee, welke zo'n honderd meter hoger ligt, was goed te zien.


Op de Zopetscharte
 
Fotootje recht naar boven genomen

Over de Felzen kwamen we bij een wankel bruggetje en gingen zo de Timmelbach over. Nog een klein stukje klimmen en toen waren we bij de hut. In de hut is de waard iemand als een uit een komedie gestapte acteur, alleen is hij echt; hardhorend, de bril voor op de neus en absoluut geen haast. Het lukte ons uiteindelijk toch om soep te bestellen, wat drinken en daarnaast nog een Lager te claimen.

Na de lunch gingen we nog eventjes naar de Eissee, daar het maar een rondje is van 1½ uur. Hoewel het meer op 2664 meter ligt, moesten we eerst over zo'n 2750 meter met vele Felzen. We kwamen dus zo'n honderd meter boven de Eissee uit. Daarna voor de tweede keer die dag via een stofpaadje steil naar beneden. Deze inspanning werd beloond. Bij de Eissee zagen we onze eerste Edelweiss. We beseften toen nog niet dat we later die dag nog velden vol zouden zien.


De Eissee met Hütte zijn al snel te zien

Onze eerste echte Edelweiss!!!

De Eisseehütte van dichtbij gezien

Bij terugkeer in de hut kwamen we een groep van acht Duitsers tegen. Zij hadden dezelfde weg afgelegd als wij vandaag, en we zullen ze tot de laatste dag blijven ontmoeten. Ze deden echter wel tien uur over hetzelfde stuk. Met hen brachten we de rest van de avond in gepaste gezelligheid door. Spelletjes met luciferhoutjes en nog wat dobbelen; de tijd leek hier stil te hebben gestaan.



Maandag 25 augustus
index